SOUTH INDIA 2011

week 1

week 2

India 2011

Mamallapuram ( மாமல்லபுரம்)

In Zuid-India wonen hoofdzakelijk Dravidische volken en er worden daarom ook hoofdzakelijk Dravidische talen gesproken. Dit etnolinguïstische gegeven, samen met historische redenen onderscheidt Zuid-India van de rest van India.

De Dravidische talen vormen een taalfamilie die uit een 25-tal talen bestaat. Deze worden voornamelijk op de zuidelijke punt en het oostelijk deel van het Indische subcontinent gesproken. Het Brahui is een uitzondering: deze taal wordt in Pakistan gesproken. Sinds de koloniale tijd worden de talen ook bijvoorbeeld op Fiji en in Guyana gesproken.
De Dravidische taalgroep is met zo'n 200 miljoen sprekers de op drie na grootste ter wereld! De sprekers van Dravidische talen worden de Dravidiërs genoemd.

Het Dravidische India ten zuiden van het Vindhyagebergte heeft op toeristisch gebied veel te bieden. De kusten van de Arabische Zee en de Golf van Bengalen ontmoeten elkaar bij Kanyakumari, het zuidelijkste punt van het vasteland van India. Afgelegen stranden, dichte bossen en wildreservaten wisselen elkaar af. Tamil Nadu heeft bijvoorbeeld tal van oude tempels, die nog druk worden bezocht. De West-Ghats en de kust van Malabar in Kerala en Karnataka kennen veel natuur en een rijk cultureel erfgoed. Andhra Pradesh en Karnataka herbergen enkele historische plaatsen.

Dravidisch India

De hoofdstad van Tamil Nadu is Madras en de hoofdstad van Kerala is Trivandrum en wij hopen te fietsen van Madras (Chennai) of (சென்னை) naar Trivandrum (Thiruvananthapuram) of (തിരുവനന്തപുരം).

Chennai en Mammalapuram

We zijn terug in India, via Dubai zijn we naar Chennai gevlogen en daar worden we zoals afgesproken opgewacht door Bashra. Zijn naam betekent koning zegt hij zelf, hij heeft lang op ons moeten wachten. We hebben vertraging, maar nog vervelender is het probleem met onze fietsen. We krijgen ze niet mee, het zijn onze eigen fietsen, maar ze mogen niet door de douane. We kunnen niet bewijzen dat het onze fietsen zijn. Een lastige man van de douane zegt dat we ze moeten invoeren, uiteindelijk dreigen we met de politie, hij wordt heel boos van deze opmerking, maar ook erg nerveus, we blijven dreigen en ik loop weg en dan na lang zeuren en diverse waarschuwingen dat we dit nooit meer zo mogen doen, krijgen we de fietsen mee. Hetzelfde gezeur heb ik met onze camera,s, op het moment dat Han de fietsen aan het zoeken is, ook hiervan kan ik niet bewijzen dat deze van onszelf zijn en dat we ze niet willen invoeren om hier te verkopen. Eigenlijk moet je nu in India van alle dure spullen die je bij je hebt bewijzen hebben dat ze je eigendom zijn en dat je ze niet wilt verkopen. We hebben bij aanvraag van ons visum al zoveel papieren ingevuld, maar blijkbaar nog niet genoeg.
Bashra brengt ons 60 km verder naar Mammalapuram, hij is een gezellige prater van 27 jaar, hij moest stoppen met zijn studie, hij verdient de kost voor zijn moeder en zuster die nog studeert, zijn vader is jong gestorven. Binnenkort gaat zijn moeder een goede vrouw voor hem zoeken.

Mammalapuram

Het is al druk op het strand, het is 5.30 uur in de ochtend en wij hopen op opgaande zon, maar er is teveel bewolking. Er is genoeg te zien op deze vroege ochtend, Indiase pelgrims, veelal kaal geschoren vanwege hun geofferde haar, die op reis zijn om tempels te bezoeken en natuurlijk ook de zee. Tientallen lokale fotografen lopen hier rond en de Indiase pelgrims laten zich graag fotograferen, de fotografen hebben een kleine printer in hun tas en de foto wordt binnen een paar minuten geleverd. Het is prachtig om te zien, we moeten er zelf ook aan geloven, iedereen wil met ons op de foto, het aapjes kijken is wederzijds. We kopen enkele foto’s van onszelf met pelgrims om de plaatselijke fotografen te sponsoren. Het is al vroeg in de ochtend over de 30 graden, de zeewind maakt het aangenaam.

We zetten de fietsen in elkaar, ze zien er onbeschadigd uit en we gaan een tochtje maken in en rondom het stadje, over 0,89 km doen we 2,5 uur, iedereen klampt ons aan, mag onze fietsen uitproberen en wil een fotosessie. Deze reis wordt geen fietsreis, maar een praatreis. Bashra onze chauffeur van gisteren mag als eerste onze fietsen uitproberen, dat hebben we gisteren beloofd en al snel ontstaat er een wachtrij voor een fietsritje. Al die versnellingen zijn een droom voor de Indiase boys, de kleine mannen kunnen nauwelijks bij de trappers, maar dat weerhoudt ze niet van een ritje en het plezier is groot.
Vandaag spreken we Jane weer, Jane komt uit Londen en wil hier ook fietsen, het is haar tweede fietstocht, Jane wil het liefst bij ons aanhaken, maar we hebben samen afgesproken dat er deze reis echt niemand meer bij komt. Diep in ons hart weten we dat deze afspraak altijd mislukt. We hebben aan onze fietsreizen Bas en Marry overgehouden, die ons zeer dierbaar zijn, het reislustige koppel Lia en Pieter, Stephan en Angelica en last but not least Ron en Greetje.
De tempels in Mammalapuram zijn bijzonder, de Indiase pelgrims ook, het is prachtig om al die mensen te zien in hun mooiste kleurrijke sari. Ze spreken veelal goed Engels en zo vliegt de dag voorbij, deze dag is een foto- en praatdag en dit is nog maar onze eerste dag, het lijkt wel of we hier al een week zijn.
Onze roem is ons vooruit gegaan, in het restaurant waar we eten krijgen we voldoende water mee voor de grote rit van morgen, de eigenaar van het restaurant is een vriend van Bashra. De knoflook kip smaakt goed in combinatie met het koele bier.
Het is super om terug te zijn in India!!

Als we de Arjuna’s penance staan te fotograferen komt er een broodmagere man naar ons toe, hij heeft zoals veel van deze mannen benen als luciferhoutjes maar ook een stralende lach. Hij wil mij een beschilderde Kamasutra verkopen, hij denkt dat ik die wel nodig heb met zo’n mooie man als Han zegt hij, na lang onderhandelen worden we het eens over de prijs en zijn we allebei gelukkig, hij met zijn inkomsten voor het avondeten en ik met de beschilderde Kamasutra. Han verheugt zich na al op de avond en fotografeert lachend verder.

We ontmoeten Shiva, hij vraagt waar we morgen heen gaan en hij wil ons morgenochtend voorrijden om de nieuwe kustweg te vinden, hij zegt dat het niet gemakkelijk is deze te vinden, Han met zijn GPS gelooft dit nog niet zo, maar oké, als hij dat wil, we weten nu al wel hoe dat zal gaan. Shiva denkt dat alle hotels in Pondicherry, onze eindbestemming van morgen, vol zijn of misschien ook wel niet, we schieten veel op met deze informatie. Hopelijk is de Hindoegod waar Shiva naar vernoemd is ons morgen goed gezind en is er nog ergens een plek in de herberg.

Onderweg naar Pondicherry

Als we vroeg in de ochtend met bepakte fietsen klaar staan is er geen Shiva te bekennen, we verwachten niet anders. Al snel zitten we op de goede route langs de kust, de zee zien we af en toe in de verte, we hebben een hoge snelheid, het is vlak en koel, het blijft lange tijd 29 graden en de GPS werkt prima.
We komen langs een groot zoutmeer, langs mooie kleine dorpjes, langs rijstvelden en langs veel tempels met een luid gezang of soms met een hels kabaal uit de grote luidsprekers die in de bomen hangen. Na 95,1 km zit het erop en boeken we hotel Surguru in Pondicherry.

Chidambaram

De regen van vannacht heeft het stof verdreven, het ruikt fris in de stad en dat is altijd bijzonder in India. De boulevard zit nog dicht, er wordt nu niet meer geflaneerd maar gesport, het is 6.00 uur in de ochtend en er is hier een en al activiteit.
Als we bananen kopen voor ons ontbijt komt er een Indiase man naar ons toe, hij heeft zelf veel gereisd verteld hij, hij nodigt ons uit op de thee, lekkere masalathee, precies wat we nodig hebben op deze vroege ochtend. Rond 9.00 uur zit de helft van de trip van vandaag er al op. In de grote plaats Cuddalore is het ongelooflijk hectisch, alles toetert harder dan hard, we doen er aan mee door met onze fietsbellen te bellen, een kleine bijdrage aan Sound Horn Please! Opeens komen er rijstvelden aan onze rechterhand, heerlijk het schept orde in deze Indiase chaos. Onze fietsvriend Ron zou zeggen, een boekhouders syndroom, maar ik hou nou eenmaal van orde, alhoewel, ik reis momenteel in chaos, grote chaos. De chaos is voor ons gevoel wel minder dan in Noord India, zeker minder als in Uttar Pradesh.
De temperatuur blijft lang onder de 30 graden, we hebben vandaag een hoge snelheid.

In Chidambaram boeken we na 70 km Grand Palace Stay Blend of Budget and Luxury, het hotel heeft een binnentuin met palmen, zingende vogels, koud bier en Biriyani (een hete Indiase snack). We zijn hier neergestreken voor de Nataraja tempel, de meest belangrijkste Shiva tempel van Zuid India. Hij heeft vier gopurans (torens met poppetjes), de tempel is bekend door zijn voorbeelden van cholakunst, het gebied hier was ooit de hoofdstad van 907 tot 1310. Chola was een dynastie rond 850, ze beheersten heel Zuid India, Sri Lanka een gedeelte van het Maleisisch schiereiland en Sumatra. Ze hebben mooie voorbeelden van Dravidische architectuur voortgebracht.

Er komen jonge vissermannen bij ons aan tafel, ze zijn eerst wel vier keer al giechelend langs gelopen en ze durven nu te gaan zitten. Ze spreken alleen Tamil, maar de boodschap wordt al snel duidelijk, ze willen een groepsfoto en die is natuurlijk snel gemaakt. Nu willen ze ook nog weten of deze foto morgen klaar is begrijpen uit veel handgebaar, we proberen duidelijk te maken dat het niet mogelijk is. Na veel geknikkebold druipen ze af, we weten ook niet goed wat we met ze moeten.

De tempel is prachtig en enorm groot, maar o zo heilig, we mogen niet fotograferen en ook niet overal naar kijken. We mogen niet kijken naar de vuurboom omdat de vette priesters dat bepalen, dominante dikke Brahmanen die heel gewichtig lopen te doen. Die priesters rennen af en aan, met vuur, water, kalk en vooral met zichzelf. De devote pelgrims staan er in trans naar te kijken. Het is een indrukwekkend spektakel.

<

Onderweg naar Kumbakonam

Op het moment dat onze wekker gaat wordt er ook op onze kamerdeur geklopt, Grand Palace Kitchen verrast ons met een uitgebreid ontbijt op de kamer. We hadden gisteren gemeld dat we zo rond 6.00 uur wilden vertrekken, dat melden doen we meestal omdat anders de hekken nog dicht zitten. Met de GPS hebben we gisteren een track gemaakt over binnenwegen. Het maakt de tocht wel wat langer, maar het is prachtig, kleine dorpen, pittoreske huizen en rust, geen bussen die iedere 5 minuten luid toeterend langs ons heen scheuren. Deze bussen zitten allemaal overvol. We komen langs een meer en kijken lange tijd naar de White-Breasted Kingfischer, de Common Kingfischer en de Pied Kingfisher (drie prachtige soorten ijsvogels) die als raketten het water inschieten om een visje te bemachtigen. De White Breasted Kingfischer is neonblauw met bruin, de Common is neonblauw met knaloranje en de Pied zwart met wit. Dan zien we nog diverse Brahminy Kite (een 48 centimeter grote roofvogel, oranje met een witte kop), zij zijn ook aan het vissen.
Het is vandaag wel een zware tocht, al vroeg in de ochtend hebben we volle zon en tegenwind, maar het mooie landschap vergoed veel. Er wordt regelmatig gezwaaid en af en toe rijdt er een jongeman op brommer een tijdje naast ons, hij vraagt dan allereerst waar we heen gaan. Als we dan de plaats noemen is steeds het antwoord: “by cycle?”, een beetje raar antwoord natuurlijk want we zitten immers op die cycle.
Soms komen we door wat grotere plaatsen en die zijn zoals als altijd heftig, luidruchtig, stoffig en heet, maar wel gezellig, je moet wel een beetje bestand zijn tegen grote chaos en je er al fietsend tussendoor zien te wurmen.
Tegen de laatste kilometers hikken we aan, ze kloppen niet helemaal, er komen steeds kilometers bij en dat werkt lastig tussen je oren aan het eind van de trip. Als je gefocust bent op een bepaalde afstand en het worden steeds meer kilometers, dan wringt dat en dan moeten we buffelen en verder buffelen in de volle zon, het water is dan meestal al op en dat werkt ook niet mee. Maar aan het eind van de tocht is er die beloning van een warme, lauwe of meestal koude douche, ergens in een hotel. Vandaag is dat het Athiyaa hotel in Kumbakonam, een zeer heilige plaats, er roepen ook moskeeën. Het hotel is vega (vegetarisch) zoals ze dat hier noemen, maar …….. ergens heel diep in de kelder in het donker met alleen een zwak rood lampje is een bar en kun je net zoveel soorten drank krijgen als je wilt. Vega eten en vega slapen willen we nog wel, maar een koud biertje na een lange fietsdag is toch wel lekker, dus kruipen we in het donkere hol en bestellen twee “KingFischer” gold, het donker went snel.
Morgen gaan we de vele tempels maar eens bekijken, we boeken nog een nacht bij.

Kumbakonam

Stad met dozijnen tempels.

Kunpesabara tempel
Dit is de grootste Shiva tempel, hier staat een lingam door Shiva zelf gemaakt van de nectar van onsterfelijkheid en zand. Een lingam is een fallussymbool en het staat symbool voor het creëren. De priesters zijn druk in de weer met vuur en het insmeren van de beelden met zoete vette olie.

Sarangapari tempel
Met de priester die ons bij binnenkomst geld wil aftroggelen gaan we in een lange onverstaanbare discussie, net zolang tot hij ons zat is en we zonder betalen naar binnen mogen, hier is het voor ieder ander gratis.
Verderop in deze tempel ontmoeten we een vriendelijke priester, we mogen hier het echte heiligdom binnen en we worden uitgenodigd om een punja te doen. De priester zegent het vuur voor de ogen van Vishnu die op een schaal met verse bloemen zit, we gaan daarna met de handen door de vlammen, deppen dan ons hoofd met de gevuurde handen en krijgen een rode stip. We hoeven niet te betalen maar doneren wat geld in een schaal.
Voor het oppassen op onze schoenen willen we ook niet betalen, voor iedereen is dit ook gratis, bij de uitgang heeft een man onze schoenen meegenomen, hij heeft ze verplaatst tot buiten de tempel, alleen om geld te vangen, als we hier niet oppassen zijn we blut voordat we halverwege de tocht zijn.

Nageshwara tempel
Helemaal overdonderd zijn we door het gebeuren in deze tempel. Twee maal per maand wordt Nandi de stier gewassen en ritueel gevoerd en daar zijn we getuige van. De stier wordt eerst in de geurende olie gezet, daarna uitgebreid gewassen, dan ritueel gevoerd. Het zijn de vrouwen die het voer voorbereiden, stukken bananen, melk, het kruid kurkuma (dat zorgt tevens voor de gele kleur) en nog zakjes vol andere kruiden, dat alles wordt door de priester gemengd en dan met bloemen en andere rituelen over het hoofd van de stier gegoten. Natuurlijk komt er ook weer vuur bij. Soms wordt het drab door de priester weer van het hoofd van de stier geschraapt en op de handen van de vrouwen gesmeerd, het ziet er allemaal onhygiënisch uit. Als laatste wordt Nandi opnieuw gewassen en wordt alles er weer afgespoeld. Dan verplaatst iedereen zich naar een ander deel van de tempel en daar wordt gezongen over de lingam, het klinkt allemaal geweldig.

Het Budhisme ontstond 600 jaar voor Christus als een reactie tegen de beperkingen van het dominante Brahmaanse Hindoeïsme. Budha was een criticus van het kastensysteem en van onnadenkende verering van goden. De Brahmanen zijn van de hoogste kaste.

Thanjavur

Het is mooi groen onderweg, we fietsen tussen de bananenbomen en de kokospalmen en af en toe een lotusvijver. De rit voor vandaag is kort, 42 km van Kumbakonam naar Thanjavure, er zijn ook rijstvelden en mooie dorpen. Bij een wegrestaurant drinken we zoete koffie, ons ontbijt bestaat meestal uit bananen, verse mango,s, vers kokosvlees en sap of koekjes en water, veel water. Het eten hier in het zuiden is best pittig en om dit vroeg in de ochtend al naar binnen te werken is wel erg heftig.
We fietsen langs de Cauvery rivier, een heilige rivier (wat is hier niet heilig), de Cauvery is de laagste in de rij van heilige rivieren, er zijn er zeven in India. Ook een beetje heilig zijn de prachtige Ambassadors, de witte auto’s die hier rond rijden, er zit geen vuiltje of deuk aan, glanzend en trots rijden ze hier, ik zou er zo een willen hebben.
De tieners die ons ontdekken tijdens onze fruitstop missen de bus naar school, maar dat vinden ze helemaal niet erg, het is veel leuker om met ons te kletsen, uit onze bidon te drinken en op te zitten voor een giechelende fotosessie.
In een moslimdorp zijn altijd veel slagerijen, die zie je in de Hindoe dorpen nooit, er wordt halal geslacht, maar goed dat ze hier geen Marianne Thieme hebben.
Opeens staan we voor de rivier, de brug is weggeslagen door grote regenval, we moeten omrijden langs de rivier en dat is geen straf, een smalle weg zonder verkeer brengt ons op mooie plekken.
De Lonely Planet beloofd ons hotel Lion City als clean and pretty good value, het personeel is gastvrij, de service is groot, de rest is vies, het bed is lang niet verschoond, de badkamer ligt vol keutels van de gekko. Maar met onze lakenzakken en een emmer sop voor de douche (we moeten toch iedere dag onze fietskleren wassen), kunnen we hier de nacht wel doorbrengen. Er is wel een airco en een ven en dat is belangrijk, het behoedt ons tegen de muskieten. Via de roomservice krijgen we toiletpapier, het toppunt van luxe in India, royal dubbel ply strong absorbent papier.

Na een korte pauze gaan we op zoek naar het paleis en the Big Temple. Eerst het paleis maar en dan de tempel, we zijn een beetje tempelmoe. De grote verrassing is overigens de Brihadischwara tempel, hij staat op de werelderfgoedlijst en niet voor niets, het is de kroon op de chola architectuur. In de paleiswinkel kopen we een bronzen Krishna met vier armen (een incarnatie van Vishnu), bij de tempel wil de beveiliging ons die afnemen, ze beginnen de verpakking al te slopen. Nadat ik de bon laat zien ruk ik het beeld boos uit hun handen en loop verder, achter mij wordt nog wat gemopperd.
De tempel is van zandsteen en hij ligt prachtig goudkleurig in de gloed van het avondlicht.

Terug in het hotel sluipt er een jongeman achter ons aan tot aan de kamerdeur, net voordat we de kamer binnen willen gaan vraagt hij om tip, we vragen: “waarvoor?”, hij zegt: “voor cleaning the room”. We schieten allebei in de lach en Han zegt, hij mag jou wel tip geven voor het reinigen van de badkamer. Als hij de kamer in wil duwen we hem hardhandig naar buiten en wensen hem een goede nacht.

In de badkamer hebben we opeens veel bezoek, zeven centimeter grote kakkerlakken schieten alle kanten op, brrr..... wat zijn ze griezelig. De tanden poetsen we boven de prullenbak, we gaan de badkamer niet meer in en rollen een matje voor de kier onder de deur. De volgende dag hengelen we onze spullen uit de badkamer met de uitgeschoven poot van ons statief, onder alles wat er van ons in de badkamer staat zit een reuze kakkerlak.